Turkije’s binnenlandse politieke strijd over Syrië
De val van het Baath-regime in Syrië zet de binnenlandse politieke verhoudingen in Turkije op scherp. De AK partij van president Erdoğan en de grootste oppositiepartij, de CHP, gebruiken de ontwikkelingen in Syrië als strijdtoneel voor wederzijdse beschuldigingen. Terwijl de AKP de val van het Assad-regime toejuicht, hekelt de CHP de manier waarop de Turkse regering met de situatie omgaat. Waar de AKP zichzelf presenteert als de partij van daadkracht en nationale belangen, beschuldigt de CHP hen ervan het land bloot te stellen aan risico’s van een nog onzekere overgangssituatie in het buurland. Ondertussen verwijt de AKP de CHP een gebrek aan visie en pragmatisme in de omgang met complexe buitenlandse kwesties.
CHP: "AKP diende Israëlische belangen"
De CHP heeft fel uitgehaald naar het beleid van de AKP, met name door te stellen dat de regeringspartij "het project van Israël heeft uitgevoerd" door HTŞ de ruimte te bieden om te groeien. Volgens CHP-politicus en buitenlandspecialist İlhan Uzgel heeft de AKP gefaald in het beschermen van Turkse belangen door jarenlang de verkeerde actoren in Syrië te steunen. Hij zei: “De AKP is te vroeg blij met de situatie. Ze hebben zichzelf verbonden aan een project dat gunstig is voor Israël. De grootste vreugde is te zien bij Netanyahu en de AKP“. Ook merkte hij op dat de AKP verantwoordelijk is voor de groei van HTŞ in Syrië: “HTŞ is sterker geworden onder de vleugels van Turkije. Volgens de afspraken in de Astana- en Sochi-processen had HTŞ ontwapend moeten worden, maar dat is niet gebeurd.”
CHP-leider Özgür Özel voegde hieraan toe dat de Turkse regering eerder had moeten onderhandelen met Assad om de situatie in Syrië te stabiliseren. Hij benadrukte: “Het is noodzakelijk om een inclusieve overgangsregering op te zetten in Syrië, gevolgd door een democratisch regime dat is gebaseerd op mensenrechten en de rechtsstaat.”
Daarnaast benadrukte de CHP dat de Turkse regering onmiddellijk een tijdlijn moet presenteren voor de terugkeer van Syrische vluchtelingen: “Nu het Assad-regime is gevallen, is er geen juridische basis meer voor tijdelijke bescherming. De aanwezigheid van miljoenen Syriërs in Turkije brengt zware economische en sociale lasten met zich mee,” aldus Deniz Yücel, woordvoerder van de CHP.
AKP: "racistische, haatdragende campagne"
President Recep Tayyip Erdoğan uitte tijdens een toespraak op de Dag van de Mensenrechten harde kritiek richting de CHP. Hij noemde de houding van de oppositie een "racistische, haatdragende campagne" tegen Syrische vluchtelingen en benadrukte dat Turkije als gastland altijd een voorbeeld is geweest in het beschermen van vluchtelingen, ongeacht hun afkomst of religie. "Wij hebben nooit gevraagd of iemand wit of zwart is, of moslim of christen," zei Erdoğan. Hij bekritiseerde de CHP voor het aanwakkeren van vijandigheid jegens vluchtelingen om politieke winst te behalen.
Verder wees Erdoğan erop dat de retoriek van de CHP schadelijk is voor de sociale cohesie in Turkije. Hij beschuldigde de oppositie ervan de menselijke waardigheid te negeren en riep op tot een meer barmhartige en verenigende benadering. Erdoğan stelde dat Turkije een beleid voert dat gebaseerd is op gerechtigheid en compassie, in tegenstelling tot wat hij beschreef als de opportunistische benadering van de oppositie.
De vluchtelingenkwestie: Het strijdtoneel verplaatst naar de binnenlandse politiek
Beide partijen gebruiken de Syrische vluchtelingenkwestie om hun punten te maken. De CHP pleit voor een strikte deadline om vluchtelingen terug te sturen, met de argumentatie dat de economische en sociale last op Turkije te groot is geworden.
Toch lijken beide partijen te erkennen dat de druk vanuit de samenleving om actie te ondernemen groeit. Terwijl de CHP zich hard maakt voor een snelle oplossing via een “gecoördineerd terugkeerbeleid”, wijst de AKP op de noodzaak van een meer gefaseerde aanpak en spreekt doorgaans van “vrijwillige terugkeer”.